Stel een regelluwe fase in voor nieuwe, innovatieve initiatieven
Deze week was ik bij een seminar over ‘hybride bankieren’. Tijdens die middag werden de ervaringen gedeeld die zijn opgedaan tijdens een onderzoeksprogramma naar dit onderwerp. Dit onderzoek is uitgevoerd vanuit de Nijmegen School of Management, onder leiding van Jan Jonker, hoogleraar Duurzaam Ondernemen. Hybride bankieren wordt door de onderzoekers gedefinieerd als een situatie waarbij ‘…mensen in een gemeenschap op basis van verschillende soorten waarde-eenheden transacties met elkaar realiseren, waarbij deze waarde-eenheden ook onderling geruild kunnen worden’. Een interessant thema, maar niet het onderwerp waar ik de focus op wil leggen in deze bijdrage. Mijn punt gaat over een verwant vraagstuk, namelijk over de rol van wet- & regelgeving bij vernieuwing in de financiële sector.
Tijdens het betreffende seminar realiseerde ik me namelijk hoe dubbel de relatie tussen sector en toezichthouders is als het om vernieuwing gaat. Enerzijds klagen veel financiële instellingen over de rem op innovatie die wordt gevormd door de grote hoeveelheid regels. Anderzijds vormen diezelfde wetten aanzienlijke barrières voor markttoetreding door nieuwe, innovatieve spelers en initiatieven. Dit besefte ik me opnieuw toen Jan Jonker vertelde hoeveel regelgeving-gerelateerde vragen een idee als hybride bankieren met zich meebrengt. Die wetten & regels creëren daarmee een soort beschermingsconstructie rond de gevestigde orde binnen de sector. Nieuwe spelers en initiatieven, zoals hybride bankieren, worden namelijk flink vertraagd en ontmoedigd door de enorme investeringen die ze moeten doen om compliant te worden. Dat is grotendeels gewenst, die wetten en regels zijn er immers om ons als burgers te beschermen. Maar het heeft ook een ongewenst effect. Het vertraagt de vernieuwing in de sector. Niet enkel doordat nieuwe spelers moeilijk kunnen toetreden en vernieuwende ideeën lastig kunnen worden geïmplementeerd. Maar ook doordat de druk op de gevestigde orde om te vernieuwen een stuk minder is dan deze zou kunnen zijn.
Zoals vaak kunnen we ook bij dit thema leren van andere sectoren. In dit geval van partijen die betrokken zijn bij gebiedsontwikkeling, waarbij al geruime tijd wordt geëxperimenteerd met zogenaamde ‘regelluwe zones’. Dit zijn gebieden waar een soepeler regime van regelgeving is ingesteld. Een variant daarop zou prima uitkomst kunnen bieden voor de financiële sector. Daarbij zou het niet gaan om een geografische afbakening, een zone, maar een beperking in tijd. Een regelluwe fase, van bijvoorbeeld twee jaar, waarin de betreffende partij onder een soepeler regime valt. Die periode kan niet enkel door de onderneming worden benut om tot bloei te komen, maar ook door de toezichthouders om te leren. Het interessante is dat de toezichthouders al wel nadenken over een soortelijke toepassing als het gaat om nieuwe spelers. Zo hebben de AFM en ACM al ideeën die deze richting op gaan, respectievelijk betreffende de onderwerpen crowd funding en kredietunies. Waar ik vooral nog kansen zie is binnen de bestaande financiële instellingen zelf: een regelluwe fase voor innovatieve toepassingen door de gevestigde orde. Heeft iemand voorbeelden van een soortgelijke toepassing? Ik ben erg benieuwd!
Petrosjan Damen - Potentieel ontsluiten over grenzen van disciplines, organisaties en sectoren. Dat is waar ik mij op richt, zowel in mijn rol als organisatieadviseur/programmamanager als in mijn rol als ondernemer. Ik ben er van overtuigd dat de sector een stuk sterker kan worden als we anders omgaan met drie soorten grenzen: 1. de grenzen die worden gesteld door wetten & regels, door deze in te zetten op een manier die aanzet tot zelf blijven nadenken, 2. de grenzen tussen financiële instellingen, door vaker samen te werken op niet-concurrentiele gebieden en 3. de grens tussen financiële waarde en maatschappelijke waarde, door in meervoudige waarde ('shared value') te denken en doen.