Hans Ludo van Mierlo
Oud-bankier, publicist en de geestelijke vader van de bankierseedPublicist
Eed accountants bijdrage aan culturele verandering
De beroepseed voor accountants lijkt voornamelijk symboliek, kopt de Volkskrant donderdag 19 mei boven een artikel, dat meldt dat alle actieve accountants voor 1 mei 2017 hun nieuwe beroepseed moeten hebben afgelegd. De invoering van deze beroepseed is echter veel meer dan symboliek. Het is een poging tot een omslag in denken in de hele beroepsgroep en bij iedereen die er mee te maken heeft. De invoering van de accountantseed past bij een nieuwe culturele ontwikkeling, die persoonlijk vakmanschap weer voorop zet en een einde wil maken aan de eenzijdige nadruk op marktwerking en winstgevendheid.
Net als eerder bankiers, verzekeraars en financiële tussenpersonen scharen accountants zich met hun eed in een rij bijzondere beroepen, die al lang een beroepseed kennen, zoals Kamerlid, minister, rechter, officier van justitie, arts, tandarts, psycholoog en verpleegster. Al deze beroepen hebben met elkaar gemeen, dat er aan hun beoefenaren niet alleen eisen van vakbekwaamheid worden gesteld, maar ook eisen ten aanzien van hun persoonlijkheid. Het is in die beroepen niet alleen belangrijk wat je kent, maar ook wie je bent en wat je drijft
Professioneel gedrag moet vanzelfsprekend zijn, kun je stellen, maar dat is het nu eenmaal niet. Sinds we steeds meer losgezongen zijn van de klassieke zuilen, die onze collectieve normen en waarden sterk mee bepaalden, zijn mensen steeds minder voorspelbaar geworden. In onze ik-maatschappij brengt iedereen zijn eigen opvattingen en normen mee. Collega’s weten onderling al lang niet meer hoe hun collega’s in hun beroep staan. Als ze het wel weten en het hen niet bevalt., hebben ze weinig recht van spreken.
Elke organisatie dient ethisch en maatschappelijk verantwoord te opereren. Daar is iedereen inmiddels wel van overtuigd. Veel bedrijven en sectoren kennen dan ook codes, die dat omstandig beloven. Maar de verantwoordelijkheid voor ethisch opereren ligt in al die bedrijven ergens anoniem in de organisatie en niet bij iemand in het bijzonder. De beroepseed legt de verantwoordelijkheid waar hij hoort: bij iedereen individueel. De beroepseed formuleert aantal kernwaarden en biedt gemeenschappelijke taal waarmee op een objectieve manier over (on)professioneel gedrag gesproken kan worden. Het zelfreinigend vermogen van de sector is daar mee gediend.
Natuurlijk leidt het afleggen van een eed niet meteen tot een resolute wijziging in gedrag. Wie al dertig jaar accountant of bankier is, verandert na het verplicht afleggen van een eed niet meteen van karakter en gewoonten. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond, dat een beroepseed wel degelijk effect heeft als het besef daaraan levend wordt gehouden, b.v. door deze te betrekken bij beoordelingsgesprekken, interne cultuurprogramma’s en door de eed te integreren in de beroepsopleidingen. Als onderwijsgevenden de beroepseed van bankiers en accountants in het opleidingstraject betekenis weten te geven, dragen ze actief bij de verbouwing van deze sectoren en van de hele maatschappij. We moeten namelijk niet vergeten dat de financiële crisis, net als het ontsporingen in de bouw, bij woningbouwcorporaties, in accountancy, een gevolg waren van een veel bredere morele crisis, die zich uitstrekt over de hele maatschappij.
Het eenzijdige geloof in marktdenken heeft de kwaliteit van dienstverlening in veel sectoren de afgelopen decennia niet verhoogd. Kijk naar woningbouwcorporaties, gezondheidszorg, overheden. De klant stond niet meer vanzelfsprekend op de eerste plaats. Maatschappelijk gedrag was niet meer vanzelfsprekend de randvoorwaarde. Rentabiliteit, efficiency en winstgevendheid werden de trefwoorden.
Natuurlijk zijn financiële criteria belangrijk om de gezondheid van bedrijven en organisaties te meten. Maar de efficiency heeft het op veel plaatsen gewonnen van de effectiviteit. Dat leidt al snel tot liefdeloosheid en professionele ontsporing. De beroepseed is er juist op gericht om het zicht op de primaire doelstelling terug te brengen door iedereen blijvend op zijn individuele verantwoordelijkheid aan te spreken. Dat is geen symboliek van accountants of bankiers. Het is een antwoord op de roep uit de maatschappij om oprechte professionals op elk gebied. Het is niet voor niets dat in veel andere sectoren ook vraag is naar een beroepseed, b.v. voor commissarissen, wetenschappers, bestuurders van onderwijsinstellingen, en dat afgestudeerden van sommige business schools al een eed of belofte afleggen (zoals b.v. Harvard University).
----
Hans Ludo van Mierlo is oud-bankier, auteur van het boek “Gepast en ongepast geld’ en geestelijk vader van de bankierseed
Hans Ludo van Mierlo -